Waarop je moeten letten bij het maken van een mal voor een beeldhouwwerk

Ik beschrijf hier een mal die verschillende keren kan gebruikt worden en niet een mal voor éénmalig gebruik die niet moet kapotgeslagen worden bij het openen. Het betreft een mal voor beeldhouwwerk en niet voor gebruiksgoed.

  1. Verdeel u deelmallen en maak het conisch. 
    Maak je stukken van de mal conisch, d;w.z. dat je je mal moet open krijgen zonder dat je het werk stuk maakt. Ik kijk recht naar het werk en dan zet ik een streep daar waar uw blik raakt aan de buitenkant van het werk. Zet daar een streep, zo weet je waar je je kleistrook moet zetten.

  2. Gebruik van aluminium scheiding stroken of kleistroken.
    Ik gebruik niet graag de aluminium scheidingstroken die in de klei wordt ingedrukt. Je maakt je werk kapot en randen zijn niet goed afgewerkt. Ik gebruik klei voor de scheiding, een kleistrook. Hierbij kan je heel nauwkeurig je de aansluiting op het werk afwerken. Ook kan je noppen indrukken war bij aluminium scheidingstroken niet mogelijk is.

  3. Schriklaag.
    Leg een eerste dunne schriklaag. Maak uw gips niet te dik omdat de eventuele luchtbellen er moeten kunnen uit ontsnappen. Ik breng de schriklaag aan met een gewone lepel. 

  4. Afwerken van je mal.
    Als je een mal maakt is het toch heel aangenaam als de mal er goed uitziet. Je mal zal nog lang op een rek blijven staan. Dus werk de mal mooi af eventueel met een spatel. 

                  img_20170113_164016kleinjpg

JD_Privacy-Policy-Web-en-Product-GDPR-template.pdf